Skip to searchSkip to main content
Minder schadevergoeding dan reparatiekosten: hoe zit dat?
Stel je voor: je rijdt rustig naar huis en bam! – iemand knalt achterop. De expert stelt de reparatiekosten vast op € 2.500. Maar tot je verbazing krijg je maar € 1.250 uitgekeerd. Hoe kan dat?
Schadevergoeding = financieel verlies
In het recht gaat schadevergoeding niet over de reparatie zelf, maar over jouw financiële verlies. De tegenpartij hoeft jou dus niet per se een nieuwe bumper te betalen, maar wél het bedrag dat je auto door het ongeluk minder waard is geworden.
Hoe bepaalt de expert dat?
De expert kijkt naar drie waardes:
Reparatiekosten: wat kost volledig herstel met nieuwe onderdelen?
Dagwaarde: de waarde van je auto direct vóór het ongeluk.
Restwaarde: wat een opkoper nog wil betalen voor de beschadigde auto.
Economisch total loss
Voorbeeld:
Dagwaarde van de auto voor het ongeval: € 3.000
Restwaarde van de auto na het ongeval: € 1.750
Reparatiekosten: € 2.500
Het verschil tussen dagwaarde en restwaarde is € 1.250. Omdat reparatie duurder is dan dat verschil, is je auto economisch total loss. Je krijgt dus € 1.250 vergoed. Verkoop je de schadeauto(wrak) voor de restwaarde van € 1.750, dan kom je samen weer uit op de oorspronkelijke dagwaarde van € 3.000.
Wil je de auto toch houden? Dan kun je vaak in overleg met een hersteller kijken of (gedeeltelijke) reparatie mogelijk is met het uitgekeerde bedrag, bijvoorbeeld met gebruikte onderdelen.
Waarom niet gewoon de reparatiekosten?
De wet kent het Indemniteitsbeginsel: je mag er door een schadevergoeding niet financieel op vooruitgaan. Zou je de hele reparatie van € 2.500 vergoed krijgen terwijl je verlies maar € 1.250 is, dan zou je beter af zijn dan vóór de schade – en dat mag niet.
In de praktijk
Dagwaarde – restwaarde < reparatiekosten? Je krijgt het lagere bedrag vergoed.
Dagwaarde – restwaarde ≥ reparatiekosten? Dan kunnen de reparatiekosten worden vergoed.
Waarom voelt de dagwaarde te laag?
Als je auto economisch total loss wordt verklaard, krijg je een bedrag uitgekeerd dat bestaat uit:
de restwaarde (wat je auto in beschadigde staat nog waard is), en
het verschil tussen dagwaarde en restwaarde.
Samen is dat de dagwaarde: de waarde die je auto direct vóór de aanrijding had. Juridisch gezien is je financiële positie dan hersteld. Met dat bedrag zou je in theorie een vergelijkbare auto moeten kunnen aanschaffen.
Het gevoel van tekort
En tóch voelt dat vaak anders. Je denkt misschien: “Voor dit bedrag kan ik helemaal geen vergelijkbare auto kopen bij een dealer.” En dat klopt vaak ook. De dagwaarde is een kale berekening. In de praktijk betaal je bij een dealer meer, en dat heeft meerdere redenen:
Je vindt nooit exact dezelfde auto; een lagere kilometerstand of luxere uitvoering maakt een auto duurder.
Dealers leveren vaak auto’s mét recente apk, onderhoudsbeurt en meestal ook garantie. Dat geeft zekerheid, maar zorgt ook voor een hogere prijs.
Je betaalt dus niet alleen voor de auto zelf, maar ook voor service en zekerheid.
Waarom de dagwaarde in de praktijk anders uitpakt?
Het gevolg: de dagwaarde voelt voor jou als te laag, omdat je niet zonder meer dezelfde auto terug kunt kopen. Toch is dit hoe de wet werkt: de schadevergoeding moet je terugbrengen naar je financiële situatie van vóór het ongeluk – niet per se zorgen dat je meteen weer in exact dezelfde auto kunt stappen.
Jij mag er nooit slechter uitkomen dan de wet toestaat. We zorgen ervoor dat je krijgt waar je recht op hebt – en denken met je mee hoe je daar het meeste uithaalt.
